RechtRichten
Komt dit je bekend voor: Je hebt een paard en je voelt dat er iets mis is, je laat de veearts komen en die kan niets vinden, vervolgens laat je de paardentandarts komen om het gebit te controleren en te behandelen, maar het probleem is niet weg, dan laat je een osteopaat komen die het paard behandeld, want waarschijnlijk heeft het paard de spieren vast zitten, probleem nog niet opgelost, je laat de hoefsmid komen, want misschien is er wat mis met de hoeven, als laatste laat je het zadel controleren, met andere woorden, je hebt alles gedaan wat je kon. En er is niemand meer die je kan vertellen waar het paard last van heeft, dus je bent ten einde raad.
Maar wat de meesten niet beseffen, is dat het paard ook te kampen heeft met een natuurlijke scheefheid, wij mensen zijn namelijk ook niet recht, die natuurlijke scheefheid van het paard kan tot ernstige problemen leiden. Ik zal je vertellen welke problemen we het meest tegenkomen en met welke scheefheden we te maken hebben.
Voor alle paarden geldt dat scheefheid zich kan uiten in:
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Als een paard scheef is en pijn heeft begint dit vaak met kleine signalen, zoals met het hoofd schudden, tandenknarsen, hoofd kantelen etc. Als de ruiter hier geen gehoor aan geeft zal het paard uiteindelijk kunnen gaan bokken en steigeren om het ruitergewicht, wat hij als onaangenaam of pijnlijk ervaart, van zijn rug af te krijgen. Voor de ruiter is het dus heel belangrijk, hoewel dit niet makkelijk is, om goed naar het paard te luisteren en daarbij onderscheid te maken tussen pijn en onwil. Paarden vertellen veel, vaak tot in de kleinste details, maar de ruiters luisteren niet altijd, zodat het paard “wel moet schreeuwen” om gehoord te worden.
De natuurlijke scheefheid kent 8 vormen.
1. Laterale scheefheid => links-
Dit is de natuurlijke buiging in de wervelkolom, van nek tot staart, naar links of naar rechts.
Een paard heeft een holle en een bolle kant,
anders gezegd een moeilijke en een makkelijke kant.
Holle kant: Korte en stijve spieren
Bolle kant: Lange en slappe spieren
2. Voor => links-
+ meeste paarden zijn rechtshandig (en linksgebogen)
+ betekent: rechtervoorbeen is sterker dan het linkervoorbeen
3. Achter => een stuwend en een dragend achterbeen.
+ verschil tussen stuwen en dragen
+ elk paard heeft van nature een meer stuwend en een meer dragend achterbeen
4. Voor t.o.v. achter => schouders smaller dan de heupen.
+ loopt van nature met zijn voorhand enigszins scheef geplaatst ten opzichte van de achterhand
+ dit wordt versterkt als het paard langs de wand loopt
5. Horizontaal => paard loopt van nature op de voorhand.
+ voorbenen worden zwaarder belast dan de achterbenen
+ paarden dragen van nature 3/5 van het gewicht op de voorhand
6. Verticaal => in beweging t.o.v. de grond.
+ onevenredig gewicht op het linker-
+ hoe hoger de snelheid hoe platter door de bocht
7. Diagonaal => in beweging: verschuiving zwaartepunt.
+ op de volte vindt een verschuiving van het zwaartepunt plaats
+ een paard zou op alle 4 de benen evenveel gewicht moeten dragen
8. Onder / boven => spanning bovenlijn als gevolg van scheefheden.
+ het paard maakt de bovenlijn kort, sterk en stug
+ wordt dit niet gecorrigeerd door de ruiter, dan ontstaat er onbalans in de boven-
Door RechtRichtende oefeningen te doen met het paard, zorgen wij ervoor dat de spieren aan beide kanten even sterk worden. De spieren moeten aan beide kanten evenveel kunnen oprekken en aanspannen. De spieren worden soepel en sterk, zodat het gemakkelijk naar beide kanten kan buigen. Ook zorgen deze oefeningen ervoor dat de achterbenen buigzamer worden.
Marijke de Jong en Paarden Begrijpen